Landbouwer, natuurboer en bestuurder P.J.J. Kome luidt
noodklok over betaalbaarheid van het Waterschap.
Het komt voor de fractievoorzitter van de, huidige
oppositiepartij,
Waterschapspartij Hollandse Delta (WPHD) niet uit
de lucht vallen dat er
na twee bestuurlijke perioden van
‘verstandscoalities’ een serieus
probleem is om de zaken binnen
Waterschap Hollandse Delta op op de te houden.
Kome en zijn 6 koppige fractie ervaren het als wrang hier slechts als
“toehoorder” van getuige te zijn geweest. Voor dijkgraaf mevrouw Ingrid de Bondt was een
maand geleden, slechts anderhalf jaar na haar aanstelling, de maat vol. Zij diende per direct
haar ontslag in bij de minister van I&M. Nog langer verantwoording dragen voor haar
opdracht, een toekomstbestendige stabiele organisatie neer zetten, zat er niet in, volgens de
tekst van haar ontslagbrief.
Waterschap Hollandse Delta heeft naast het beheer van gemalen, waterlopen en wegen ook
een serieuze taak in waterzuivering. Juist deze taak, ooit in het pakket gekomen na een fusie
met zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden, blijkt nu na jaren van pappen en
nathouden een maatje te groot voor de organisatie. Waar iedereen de schijn ophoudt dat
dijkverzwaringen en het houden van droge voeten de kerntaken zijn waar het geld mee weg
gaat geeft een korte analyse van begroting en resultaat een andere uitkomst. Het wrange is
dat verantwoordelijke bestuurders problemen niet voldoende hebben onderkent en nog
steeds “de kop in het zand steken”. Blijkbaar malen zij hier niet over en verzuimen nog
steeds een taakstellende opdracht en passende controle richting organisatie uit te voeren.
Vanuit de simpele stelling dat een euro maar één keer kan worden uitgegeven is er al jaren
een zoektocht om de begroting sluitend te krijgen in plaats van initiatief te nemen om
structureel zaken aan te pakken. Het jaar op jaar inzetten van reserves was één van de
manieren om tekorten te egaliseren, daarnaast is er bezuinigd op onderhoud en
veiligheidsaspecten, dit alles volgens een recent rapport aan de Verenigde Vergadering.
In dezelfde bestuursperioden wordt keer op keer de maatlat gelegd langs andere kerntaken
zoals groot onderhoud van waterlopen en plattelandswegen. Wanneer Kome in zijn
verkiezingsboodschap uitdraagt bestuurlijk te willen zorgen voor het op orde zijn van deze
kerntaken beklemt wel de vraag wat doen we met de kennis van nu over achterstalligheid.
Kortom, gaat de belastingbetaler betalen aan schoon en voldoende water, droge voeten en
vernieuwing en innovatie of vloeien de belastingopbrengsten weg in zaken die in de vorige
bestuursperioden blijkbaar zijn blijven liggen?
Na de verkiezingen op 20 maart mag een nieuw college aan de bak. Naar het oordeel van
Piet Kome vraagt het huidige omvangrijke takenpakket, waarin belangen van inwoners,
bedrijven, boeren en natuur samenkomen om een verdergaande integrale aanpak. Van
oudsher waart er binnen waterschappen een cultuur van “hokjesgeest” waarbij het korte
termijn soms eigen belang of partij belang prevaleert. Met de intrede van de politiek in het
waterschapsbestuur is dat er overigens zeker niet beter op geworden.